Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. naissance:
  2. de naissance:
  3. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor de naissance (Frans) in het Zweeds

naissance:

naissance [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la naissance (accouchement; délivrance; parturition; couches)
    barnfödelse

Vertaal Matrix voor naissance:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
barnfödelse accouchement; couches; délivrance; naissance; parturition

Synoniemen voor "naissance":


Wiktionary: naissance

naissance
noun
  1. fami|fr venue d’un être à la vie.

Cross Translation:
FromToVia
naissance födelse birth — process of childbearing; beginning of life
naissance förlossning delivery — act of giving birth
naissance födelse; födsel GeburtZeitpunkt nach der Entbindung
naissance haklapp Lätzchen — kleines Tuch als Schutz vor Verschmutzung beim Essen, das um den Hals herum gebunden wird

de naissance:

de naissance bijvoeglijk naamwoord

  1. de naissance
    född; fött
    • född bijvoeglijk naamwoord
    • fött bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor de naissance:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
född de naissance venu au monde
fött de naissance venu au monde

Wiktionary: de naissance


Cross Translation:
FromToVia
de naissance bördig; infödd; född gebürtig — in einem Ort geboren, von einem Ort, einer Gegend oder Land stammend

Verwante vertalingen van de naissance