Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. privation:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor privation (Frans) in het Zweeds

privation:

privation [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la privation
    umbärande; försakelse
  2. la privation
    fattigdom; armod; uselhet
    • fattigdom [-en] zelfstandig naamwoord
    • armod [-ett] zelfstandig naamwoord
    • uselhet [-en] zelfstandig naamwoord
  3. la privation (interdiction; refus)
    förnekelse; nekande
  4. la privation (dénuement; refus; interdiction; inhibition; frustration)
    förnekande

Vertaal Matrix voor privation:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
armod privation air miteux; apparence misérable; condition minable; infortune; insolvabilité; nécessité; pauvreté
fattigdom privation besoin; indigence; infortune; misère; nécessité; pauvreté
förnekande dénuement; frustration; inhibition; interdiction; privation; refus
förnekelse interdiction; privation; refus démenti; dénégation; négation
försakelse privation
nekande interdiction; privation; refus démenti; dénégation; négation; refus; rejet
umbärande privation
uselhet privation
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
nekande insignifiant; négatif; négativement; négligeable

Synoniemen voor "privation":


Wiktionary: privation

privation
noun
  1. perte, absence, manque d’un bien, d’un avantage qu’on avait, ou qu’on devait, qu’on pouvait avoir.

Computer vertaling door derden:


Zweeds

Uitgebreide vertaling voor privation (Zweeds) in het Frans

privation: (*Woord en zin splitter gebruikt)

Computer vertaling door derden: