Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. brevet:
  2. breveté:
  3. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor brevet (Frans) in het Zweeds

brevet:

brevet [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le brevet (licence; diplôme; certificat)
    diplom; fullmakt; certifikat; licens
  2. le brevet (diplôme de docteur; diplôme universitaire; diplôme; certificat)
    diplom
    • diplom [-ett] zelfstandig naamwoord
  3. le brevet
    patent
    • patent [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor brevet:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
certifikat brevet; certificat; diplôme; licence attestations; certificat; certificat de sécurité; certificat numérique; certificats; charte; diplôme
diplom brevet; certificat; diplôme; diplôme de docteur; diplôme universitaire; licence certificat; charte; diplôme
fullmakt brevet; certificat; diplôme; licence approbation; autorisation; autorisation générale; consentement; délégation; habilitation; mandat; mandat général; ordonnance de paiement; permission; pleins pouvoirs; pouvoir; procuration
licens brevet; certificat; diplôme; licence licence; permis
patent brevet brevet d'invention
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
certifikat Certificats

Synoniemen voor "brevet":


Wiktionary: brevet


Cross Translation:
FromToVia
brevet diplom Diplomallgemein: Urkunde
brevet patent; patentbrev Patent — Urkunde über die Berechtigung, eine Erfindung alleine zu verwerten
brevet patent patent — declaration issued by a government to an inventor

breveté:

breveté bijvoeglijk naamwoord

  1. breveté (patenté)
    patenterad; patenterat

Vertaal Matrix voor breveté:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
patenterad breveté; patenté
patenterat breveté; patenté

Synoniemen voor "breveté":


Verwante vertalingen van brevet