Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. nourrisson:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor nourrisson (Frans) in het Zweeds

nourrisson:

nourrisson [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le nourrisson (bambin; bébé; nouveau-né; petit)
    spädbarn; baby
    • spädbarn [-ett] zelfstandig naamwoord
    • baby [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor nourrisson:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
baby bambin; bébé; nourrisson; nouveau-né; petit asticot; avorton; bambin; bébé; enfant; gamin; gosse; jeune enfant; mioche; moutard; môme; nabot; petiot; petit; petit bébé; petit enfant; petit garçon; petite fille; tout-petit; têtard; vermisseau
spädbarn bambin; bébé; nourrisson; nouveau-né; petit asticot; avorton; bambin; bébé; enfant; gamin; gosse; jeune enfant; mioche; moutard; môme; nabot; petiot; petit; petit bébé; petit enfant; petit garçon; petite enfance; petite fille; tout-petit; têtard; vermisseau

Synoniemen voor "nourrisson":


Wiktionary: nourrisson

nourrisson
noun
  1. enfant qu’une femme nourrir de son lait.

Cross Translation:
FromToVia
nourrisson spädbarn infant — very young human being
nourrisson dibarn suckling — infant that is still breastfeeding
nourrisson spädbarn; baby; bebis Säugling — junges Baby; neugeborenes Kind

Computer vertaling door derden: