Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. acheteur:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor acheteur (Frans) in het Zweeds

acheteur:

acheteur [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'acheteur (client; consommateur)
    kund
    • kund [-en] zelfstandig naamwoord
  2. l'acheteur (acquéreur)
    inköpare
  3. l'acheteur
    inköpare; köpare; inhandlare
  4. l'acheteur
    köpare
    • köpare [-en] zelfstandig naamwoord
  5. l'acheteur (brocanteur; revendeur; revendeuse)
    inköpare; köpare

Vertaal Matrix voor acheteur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inhandlare acheteur
inköpare acheteur; acquéreur; brocanteur; revendeur; revendeuse agent d'achat
kund acheteur; client; consommateur client; clients
köpare acheteur; brocanteur; revendeur; revendeuse

Synoniemen voor "acheteur":


Wiktionary: acheteur

acheteur
noun
  1. Celui, celle qui acheter.

Cross Translation:
FromToVia
acheteur köpare; inköpare; klient; uppköpare buyer — person who makes purchases
acheteur köpare Käufer — jemand, der gegen Bezahlung etwas in Besitz nimmt, etwas kaufen