Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. brosse:
  2. brosser:
  3. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor brosse (Frans) in het Zweeds

brosse:

brosse [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la brosse (brosse à cheveux; balayette; huppe; )
    hårborste; borste
  2. la brosse (balai; brosse à habits; époussette)
    borsta
    • borsta [-ett] zelfstandig naamwoord
  3. la brosse (vergette)
    sotare; sopmaskin; sopare
  4. la brosse (frottoir; frotteur; cireuse; brosse de chiendent)
    grov borste; skur borste

Vertaal Matrix voor brosse:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
borsta balai; brosse; brosse à habits; époussette
borste aigrette; balai; balayette; brosse; brosse à cheveux; houppe; huppe; toupet; époussette balai; balayette; frotteur
grov borste brosse; brosse de chiendent; cireuse; frotteur; frottoir
hårborste aigrette; balai; balayette; brosse; brosse à cheveux; houppe; huppe; toupet; époussette
skur borste brosse; brosse de chiendent; cireuse; frotteur; frottoir
sopare brosse; vergette
sopmaskin brosse; vergette
sotare brosse; vergette
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
borsta brosser

Synoniemen voor "brosse":


Wiktionary: brosse

brosse
noun
  1. ustensile servant à nettoyer les vêtements, les meubles, etc., et fait ordinairement d’un assemblage de poils de cochon ou de sanglier, quelquefois de crins de cheval, de brins menus de bruyère ou de chiendent, etc.

Cross Translation:
FromToVia
brosse borste; pensel brush — implement
brosse borste Bürste — Reinigungsgerät mit Borsten oder Draht

brossé:


Synoniemen voor "brossé":


brosser:

brosser werkwoord (brosse, brosses, brossons, brossez, )

  1. brosser
    borsta
    • borsta werkwoord (borstar, borstade, borstat)
  2. brosser
    borsta ren
    • borsta ren werkwoord (borstar ren, borstade ren, borstat ren)

Conjugations for brosser:

Présent
  1. brosse
  2. brosses
  3. brosse
  4. brossons
  5. brossez
  6. brossent
imparfait
  1. brossais
  2. brossais
  3. brossait
  4. brossions
  5. brossiez
  6. brossaient
passé simple
  1. brossai
  2. brossas
  3. brossa
  4. brossâmes
  5. brossâtes
  6. brossèrent
futur simple
  1. brosserai
  2. brosseras
  3. brossera
  4. brosserons
  5. brosserez
  6. brosseront
subjonctif présent
  1. que je brosse
  2. que tu brosses
  3. qu'il brosse
  4. que nous brossions
  5. que vous brossiez
  6. qu'ils brossent
conditionnel présent
  1. brosserais
  2. brosserais
  3. brosserait
  4. brosserions
  5. brosseriez
  6. brosseraient
passé composé
  1. ai brossé
  2. as brossé
  3. a brossé
  4. avons brossé
  5. avez brossé
  6. ont brossé
divers
  1. brosse!
  2. brossez!
  3. brossons!
  4. brossé
  5. brossant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor brosser:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
borsta balai; brosse; brosse à habits; époussette
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
borsta brosser
borsta ren brosser

Synoniemen voor "brosser":


Wiktionary: brosser


Cross Translation:
FromToVia
brosser borsta brush — to clean (with a brush)
brosser borsta bürsten — mit einer Bürste pflegen; das Fell von Tieren kämmen, striegeln, ausstreichen; massieren

Verwante vertalingen van brosse