Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. crédit:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor crédit (Frans) in het Zweeds

crédit:

crédit [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le crédit
    kredit
    • kredit [-en] zelfstandig naamwoord
  2. le crédit (accord de crédit; crédit à découvert; octroi d'un crédit)
    kreditgaranti
  3. le crédit (avoir)
    bokslut; balans; behållning; saldo
    • bokslut [-ett] zelfstandig naamwoord
    • balans [-en] zelfstandig naamwoord
    • behållning [-en] zelfstandig naamwoord
    • saldo [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor crédit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
balans avoir; crédit balance; compte de résultat; crédit de banque; harmonie; harmornie; relevé de compte de résultat; restant; reste; solde; surplus; équilibre
behållning avoir; crédit avantage; bénéfice; crédit de banque; gain; productivité; profit; rendement; solde bénéficiaire
bokslut avoir; crédit clôture des comptes; comptes annuels; crédit de banque; restant; reste; solde; surplus; tableau d'analyse
kredit crédit crédits; emprunts
kreditgaranti accord de crédit; crédit; crédit à découvert; octroi d'un crédit garantie de crédit
saldo avoir; crédit crédit de banque; restant; reste; solde; solde bénéficiaire; solde positif; surplus

Synoniemen voor "crédit":


Wiktionary: crédit


Cross Translation:
FromToVia
crédit trovärdighet credence — acceptance of a belief or claim
crédit kredit; lån Borgredensartlich für den Vorgang des borgen
crédit kredit Kredit — meist gegen Zahlung von Zinsen zur Verfügung gestelltes fremdes Kapital

Verwante vertalingen van crédit