Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. majeur:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor majeur (Frans) in het Zweeds

majeur:

majeur bijvoeglijk naamwoord

  1. majeur
    major
    • major bijvoeglijk naamwoord
  2. majeur (majeur d'âge)
    myndig; myndigt

majeur [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le majeur
    vuxen
    • vuxen zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor majeur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
major commandant; sergent-major
vuxen majeur Jeunes adultes; M; adulte
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
major majeur
myndig majeur; majeur d'âge
myndigt majeur; majeur d'âge
vuxen conscient; d'adolescent; maturé; mûr; pubertaire; qui défend son bon droit; qui ne se laisse pas faire; sûr

Synoniemen voor "majeur":


Wiktionary: majeur

majeur
adjective
  1. Plus grand ; plus important.

Cross Translation:
FromToVia
majeur långfinger middle finger — finger between the forefinger and the ring finger
majeur dur DurMusik: Tongeschlecht einer Klangverbindung, deren Charakteristikum eine große Terz im Verhältnis zum Grundton ist.
majeur dur Durin Zusammensetzungen: eine Tonart dieses Geschlechts
majeur viktig wichtig — wesentlich sein, von Gewicht, Bedeutung sein; Gewicht, Bedeutung habend

Verwante vertalingen van majeur



Zweeds

Uitgebreide vertaling voor majeur (Zweeds) in het Frans