Home ->Woordenboeken ->Frans/Zweeds ->Zoek: penché

Franse en Zweedse zoekresultaten voor: penché

Overzicht

Frans naar Zweeds: Meer gegevens...

penché:
- skev; snett; lutande; skevt; fråmat böjd; fråmat böjt
pencher:
- niga till; visa tendens; vara böjd; vara benägen
Wiktionary:
- penché → sned
- pencher → luta, bocka sig, böja sig, böja

Frans

Uitgebreide vertaling voor penché (Frans) in het Zweeds

penché:

penché bijvoeglijk naamwoord

penché (oblique; incliné; de biais; en biais)
skev; snett; lutande; skevt
- skev bijvoeglijk naamwoord
- snett bijvoeglijk naamwoord
- lutande bijvoeglijk naamwoord
- skevt bijvoeglijk naamwoord
penché (courbé; galbé)
fråmat böjd; fråmat böjt
- fråmat böjd bijvoeglijk naamwoord
- fråmat böjt bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor penché:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
lutande		fait d'appuyer
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
lutande	de biais; en biais; incliné; oblique; penché
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fråmat böjd	courbé; galbé; penché
fråmat böjt	courbé; galbé; penché
skev	de biais; en biais; incliné; oblique; penché
skevt	de biais; en biais; incliné; oblique; penché	courbé; tordu
snett	de biais; en biais; incliné; oblique; penché

Synoniemen voor "penché":

biais; incliné; biaisé; gauche; détour; plié; courbé; fléchi; baissé; italique; osque; oblique; infléchi; renversé

Wiktionary: penché

Cross Translation:

From	To	Via
• penché	→ sned	↔ schräg — von einer geraden (horizontalen oder vertikalen) Linie abweichend

pencher:

pencher werkwoord (penche, penches, penchons, penchez, penchent, penchais, penchait, penchions, penchiez, penchaient, penchai, penchas, pencha, penchâmes, penchâtes, penchèrent, pencherai, pencheras, penchera, pencherons, pencherez, pencheront)

pencher (avoir tendance à; tendre à; recourber; plier; fléchir; courber; s'incliner)
niga till; visa tendens; vara böjd; vara benägen
- niga till werkwoord (nigar till, nigade till, nigat till)
- visa tendens werkwoord (visar tendens, visade tendens, visat tendens)
- vara böjd werkwoord (är böjd, var böjd, varit böjd)
- vara benägen werkwoord (är benägen, var benägen, varit benägen)

Conjugations for pencher:

Présent

penche
penches
penche
penchons
penchez
penchent

imparfait

penchais
penchais
penchait
penchions
penchiez
penchaient

passé simple

penchai
penchas
pencha
penchâmes
penchâtes
penchèrent

futur simple

pencherai
pencheras
penchera
pencherons
pencherez
pencheront

subjonctif présent

que je penche
que tu penches
qu'il penche
que nous penchions
que vous penchiez
qu'ils penchent

conditionnel présent

pencherais
pencherais
pencherait
pencherions
pencheriez
pencheraient

passé composé

ai peché
as peché
a peché
avons peché
avez peché
ont peché

divers

penche!
penchez!
penchons!
peché
penchant

1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor pencher:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
niga till	avoir tendance à; courber; fléchir; pencher; plier; recourber; s'incliner; tendre à	avoir tendance à; tendre à
vara benägen	avoir tendance à; courber; fléchir; pencher; plier; recourber; s'incliner; tendre à
vara böjd	avoir tendance à; courber; fléchir; pencher; plier; recourber; s'incliner; tendre à
visa tendens	avoir tendance à; courber; fléchir; pencher; plier; recourber; s'incliner; tendre à

Synoniemen voor "pencher":

baisser; descendre; abaisser; diminuer; incliner; courber; rabattre; faiblir; décroître; plier; fléchir; préférer; favoriser; distinguer; choisir; estimer; élire; adopter; chérir

Wiktionary: pencher

Cross Translation:

From	To	Via
• pencher	→ luta	↔ lean — to hang outwards
• pencher	→ bocka sig; böja sig	↔ bücken — (reflexiv) den Oberkörper tief in Richtung Boden beugen
• pencher	→ böja; luta	↔ neigen — in Schräglage geraten; schräg werden
• pencher	→ böja; luta	↔ neigen — in Schräglage versetzen; schräg machen