Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. canasson:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor canasson (Frans) in het Zweeds

canasson:

canasson [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le canasson (cheval; rosse)
    häst
    • häst [-en] zelfstandig naamwoord
  2. le canasson (coursier)
    springare

Vertaal Matrix voor canasson:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
häst canasson; cheval; rosse
springare canasson; coursier coureur; coureurs; jogger; marcheur; mâle reproducteur; sprinter

Wiktionary: canasson

canasson
noun
  1. (familier, fr) cheval.