Frans

Uitgebreide vertaling voor complice (Frans) in het Zweeds

complice:

complice bijvoeglijk naamwoord

  1. complice (coresponsable)
    medskyldig; medskyldigt

complice [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le complice (allié; assistant)
    medbrottslig
  2. le complice (compère; acolyte; affidé)
    medbrottsling
  3. le complice (coresponsable)
    medhjälpare; medbrottsling

complice [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la complice
    medhjälpare; hantlangare; kumpan; medbrottsling

Vertaal Matrix voor complice:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hantlangare complice factotum
kumpan complice
medbrottslig allié; assistant; complice
medbrottsling acolyte; affidé; complice; compère; coresponsable
medhjälpare complice; coresponsable aide; assistant; clerc; commis; domestique; membre du personnel; secondant; serviteur; valet; valet de chambre; valet de ferme
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
medskyldig complice; coresponsable
medskyldigt complice; coresponsable

Synoniemen voor "complice":


Wiktionary: complice


Cross Translation:
FromToVia
complice medhjälpare accomplice — a cooperator
complice medskyldig; medbrottsling accomplice — an associate in the commission of a crime
complice medbrottsling Helfershelferabwertend: jemand, der bei einer illegalen oder fragwürdigen Tat mitwirkt
complice medbrottsling Komplize — an einer Straftat Beteiligter