Overzicht


Frans

Uitgebreide vertaling voor contrôleur (Frans) in het Zweeds

contrôleur:

contrôleur [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le contrôleur (inspecteur; examinateur; inspectrice)
    kontrollant; inspektör; granskare; inspektor
  2. le contrôleur (chef de salle)
    arbetsledare; tillsynslärare
  3. le contrôleur (inspecteur)
    undersökare; inspektör
  4. le contrôleur (inspecteur; dégustateur; expert)
    provtagare; provsmakare
  5. le contrôleur
    kontrollant

Vertaal Matrix voor contrôleur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arbetsledare chef de salle; contrôleur agent de maîtrise; concierges; contremaître; metteur au point; moniteur; surveillants
granskare contrôleur; examinateur; inspecteur; inspectrice réviseur
inspektor contrôleur; examinateur; inspecteur; inspectrice bailli; prévôt; surintendant des digues
inspektör contrôleur; examinateur; inspecteur; inspectrice
kontrollant contrôleur; examinateur; inspecteur; inspectrice
provsmakare contrôleur; dégustateur; expert; inspecteur tissu de maille
provtagare contrôleur; dégustateur; expert; inspecteur tissu de maille
tillsynslärare chef de salle; contrôleur
undersökare contrôleur; inspecteur détective; enquêteur; fonctionnaire de la police judiciaire; limier; prospecteur

Synoniemen voor "contrôleur":


Wiktionary: contrôleur


Cross Translation:
FromToVia
contrôleur controller; styrekonom comptroller — the chief accountant of a company or government
contrôleur konduktör conducteur — een medewerker van de spoorwegen die reizigers op vervoersbewijzen controleert en de orde in de trein of tram dient te bewaren

Verwante vertalingen van contrôleur