Courtoisie in het Zweeds vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Zweeds: Meer gegevens...

courtoisie:
- vänlighet; älskvärdhet; god uppfostran; etikett; artighet; hövlighet; riddartjänst
Wiktionary:
- courtoisie → ridderlighet, artighet
- courtoisie → hövlighet, artighet

Frans

Uitgebreide vertaling voor courtoisie (Frans) in het Zweeds

la courtoisie (amabilité; hospitalité)
vänlighet; älskvärdhet
- vänlighet [-en] zelfstandig naamwoord
- älskvärdhet [-en] zelfstandig naamwoord
la courtoisie (savoir-vivre; politesse)
god uppfostran; etikett; artighet
- god uppfostran zelfstandig naamwoord
- etikett [-en] zelfstandig naamwoord
- artighet [-en] zelfstandig naamwoord
la courtoisie (politesse; galanterie; gentillesse)
hövlighet; artighet
- hövlighet [-en] zelfstandig naamwoord
- artighet [-en] zelfstandig naamwoord
la courtoisie
hövlighet
- hövlighet [-en] zelfstandig naamwoord
la courtoisie
riddartjänst
- riddartjänst zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
artighet	courtoisie; galanterie; gentillesse; politesse; savoir-vivre	affabilité; amabilité; amitié; bienveillance; bonté; chasteté; complaisance; cordialité; droiture; fiabilité; honneur; honnêteté; honorabilité; légitimité; modestie; obligeance; pudeur; pudicité; qualités solides; sagesse; solidité; validité; vertu
etikett	courtoisie; politesse; savoir-vivre	autocollant; balise; balise de note; bienséance; convenance; décence; légende; politesse; savoir-vivre; tenue; étiquette
god uppfostran	courtoisie; politesse; savoir-vivre
hövlighet	courtoisie; galanterie; gentillesse; politesse	bien-séance; bienséance; bonne tenue; convenance; décence; ordre; politesse; propreté; savoir-vivre; tenue
riddartjänst	courtoisie
vänlighet	amabilité; courtoisie; hospitalité	affabilité; amabilité; amitié; bienveillance; bonhomie; bonté; bénignité; charme; douceur; enjouement; gentillesse; grâce; générosité; jovialité; suavité
älskvärdhet	amabilité; courtoisie; hospitalité	amabilité; bienveillance; bonhomie; bonté; charme; douceur; gentillesse; grâce; générosité; jovialité; suavité

courtoisie

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• courtoisie	→ hövlighet	↔ courtesy — polite behavior
• courtoisie	→ hövlighet; artighet	↔ Höflichkeit — distanzierte, formale Freundlichkeit; Respekt von einer Person zu einer anderen (Ohne Plural)