Frans

Uitgebreide vertaling voor flatteur (Frans) in het Zweeds

flatteur:

flatteur bijvoeglijk naamwoord

  1. flatteur (complimenteur; flatteusement)
    smickrande
  2. flatteur (câlin; complimenteur)
    smickrande; smickrandet; trugandet

flatteur [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le flatteur (lèche-bottes; lécheur; flagorneur)
    rumpkrypare
  2. le flatteur (enjôleur; flagorneur; enjôleuse)
    fjäskare; inställsam person

Vertaal Matrix voor flatteur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fjäskare enjôleur; enjôleuse; flagorneur; flatteur
inställsam person enjôleur; enjôleuse; flagorneur; flatteur
rumpkrypare flagorneur; flatteur; lèche-bottes; lécheur
smickrande enjolivement; flagornerie; flatterie; flatteries
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
smickrande agréable à l'oeil; complimenteur; câlin; flatteur; flatteusement
smickrandet complimenteur; câlin; flatteur
trugandet complimenteur; câlin; flatteur flagorneur; lèche-cul; mielleux; visqueux

Synoniemen voor "flatteur":


Verwante vertalingen van flatteur