Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. floc:


Frans

Uitgebreide vertaling voor floc (Frans) in het Zweeds

floc:

floc [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le floc (flac; plouf; paquet d'eau)
    plaska
    • plaska [-ett] zelfstandig naamwoord
  2. le floc (boum; plouf)
    dunk; stöt; duns; törn
    • dunk [-en] zelfstandig naamwoord
    • stöt [-en] zelfstandig naamwoord
    • duns [-en] zelfstandig naamwoord
    • törn zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor floc:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dunk boum; floc; plouf butoir; cahot; choc; coup; coup de pouce; heurt; impulsion; petit coup; poussée
duns boum; floc; plouf baffe; beigne; claque; coup; coup dur; gifle; heurt; pain; petit coup; torgnole
plaska flac; floc; paquet d'eau; plouf
stöt boum; floc; plouf baffe; beigne; bosse; butoir; cahot; chataîgne; choc; claque; coup; coup de pouce; coup dur; force de propulsion; gifle; gnon; heurt; impulsion; marron; pain; petit coup; poussée; secousses; torgnole
törn boum; floc; plouf épine
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
plaska clapoter; faire un plongeon; gicler; gronder; jaillir; jeter à l'eau; murmurer; plonger; retentir; tomber en faisant un bruit sourd; éclabousser; éclater
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
stöt choc

Synoniemen voor "floc":