Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. genre:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor genre (Frans) in het Zweeds

genre:

genre [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le genre (type; sorte; catégorie; )
    genre; stil
    • genre [-en] zelfstandig naamwoord
    • stil [-en] zelfstandig naamwoord
  2. le genre (espèce; race; variété)
    art
    • art [-en] zelfstandig naamwoord
  3. le genre (sorte; nature)
    sort; slag
    • sort [-en] zelfstandig naamwoord
    • slag [-en] zelfstandig naamwoord
  4. le genre (méthode; manière; façon; )
    sätt; metod
    • sätt [-ett] zelfstandig naamwoord
    • metod [-en] zelfstandig naamwoord
  5. le genre (subdivision; catégorie; classe; )
    sort; klass; typ; genre; kategori
    • sort [-en] zelfstandig naamwoord
    • klass [-en] zelfstandig naamwoord
    • typ [-en] zelfstandig naamwoord
    • genre [-en] zelfstandig naamwoord
    • kategori [-en] zelfstandig naamwoord
  6. le genre
    genre
    • genre [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor genre:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
art espèce; genre; race; variété
genre catégorie; classe; espèce; genre; sorte; subdivision; type
kategori catégorie; classe; espèce; genre; sorte; subdivision; type catégorie
klass catégorie; classe; espèce; genre; sorte; subdivision; type air; allure; apparence; aspect; catégorie; classe; classe d'objets
metod façon; genre; ligne de conduite; manière; méthode; procédure; procédé approche; méthode; méthode de travail; procédé
slag genre; nature; sorte baffe; beigne; bouquet; butoir; cahot; calotte; choc; chocs; clapotage; clapotement; clapotis; claque; coup; coup de poing; coup de pouce; coup dur; coups durs; gifle; heurt; impulsion; pain; petit coup; poincons; poussée; revers; tape; timbres; torgnole; touffe; éclaboussures
sort catégorie; classe; espèce; genre; nature; sorte; subdivision; type marque; marque déposée
stil catégorie; classe; espèce; genre; sorte; subdivision; type air; allure; apparence; aspect; nez
sätt façon; genre; ligne de conduite; manière; méthode; procédure; procédé mode; tendance; vogue
typ catégorie; classe; espèce; genre; sorte; subdivision; type gars; homme; mec; monsieur; type; zèbre

Synoniemen voor "genre":


Wiktionary: genre

genre
noun
  1. ensemble d’êtres, ou de choses, caractériser par un ou des traits communs.

Cross Translation:
FromToVia
genre genus gender — grammar: division of nouns and pronouns
genre genus; könsroll gender — socio-cultural phenomenon
genre genre genre — kind; type; sort
genre släkte genus — rank in a taxonomic classification between family and species
genre typ; slag; sort; art kind — type, race, category
genre liksom like — colloquial: mild intensifier
genre typ; liksom like — colloquial: used to precede paraphrased quotations
genre sort; slag sort — type
genre typ type — grouping based on shared characteristics
genre släkte GattungBiologie, Systematik: taxonomische Kategorie, die einander sehr nahestehende Arten zusammenfasst
genre typ; slag Gattung — eine Art im generellen Sinn
genre genre Genre — Kunstrichtung im allgemeinen (nicht stilistischen) Sinne
genre genus GenusBiologie: Gattung (Hierarchische Klassifizierungsstufe von Lebewesen in der biologischen Taxonomie, unterhalb der Familia (dt.: Familie) und oberhalb der Species (Art))
genre genus GenusLinguistik: Geschlecht (im Deutschen grammatische Kategorie von Substantiven, Adjektiven, Artikeln, Pronomen und Verben)
genre genus GeschlechtGrammatik: Genus
genre typ Artallgemein: eine Gruppe aus einer Gesamtheit, die sich durch besondere Merkmale auszeichnen
genre släkte geslacht — (biologisch) genus
genre socialt kön gender — sekse

Verwante vertalingen van genre