Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. habitat:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor habitat (Frans) in het Zweeds

habitat:

habitat [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'habitat (environnement; atmosphère; ambiance)
    miljö; omgivning
  2. l'habitat
    boende
    • boende [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor habitat:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
boende habitat résidante; résident; séjour
miljö ambiance; atmosphère; environnement; habitat alentours; entourage; environnement; environs
omgivning ambiance; atmosphère; environnement; habitat alentours; celui qui habite les environs; entourage; environs; voisin
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
boende demeurant; domiciliant; habitant; installé; interne; résidant; siégeant

Synoniemen voor "habitat":


Wiktionary: habitat


Cross Translation:
FromToVia
habitat habitat; hemvist LebensraumBiologie: der charakteristische Wohnort bzw. Standort einer Tier- oder Pflanzenart

Verwante vertalingen van habitat