Honte in het Zweeds vertaald uit het Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Zweeds: Meer gegevens...

honte:
- skamhet; skamkänsla; hån; förakt; skam; vanära; skymf; nesa; skandal; illdåd; nidingsdåd; skändlighet; anstötlighet; skandalöst beteende; förlöjligande; ironiserande
Wiktionary:
- honte → skam, vanära, blygsel
- honte → skamkänsla, spe, hån, blamage, skam, synd

Frans

Uitgebreide vertaling voor honte (Frans) in het Zweeds

honte:

honte [la ~] zelfstandig naamwoord

l'honte (embarras; sentiment de honte; confusion)
skamhet; skamkänsla
- skamhet zelfstandig naamwoord
- skamkänsla [-en] zelfstandig naamwoord
l'honte (risée; diffamation; insulte; moquerie; mépris; dérision; dédain; outrage; raillerie; sarcasme; objet de risée)
hån; förakt
- hån [-ett] zelfstandig naamwoord
- förakt [-ett] zelfstandig naamwoord
l'honte (infamie; scandale; ignominie; déshonneur; acte honteux; acte déshonorant)
skam; vanära; skymf; nesa
- skam zelfstandig naamwoord
- vanära [-en] zelfstandig naamwoord
- skymf [-en] zelfstandig naamwoord
- nesa [-en] zelfstandig naamwoord
l'honte (charivari; déshonneur; scandale; infamie; ignominie; indécence)
skandal
- skandal [-en] zelfstandig naamwoord
l'honte (action scandaleuse; scandale; infamie; comportement scandalleux)
illdåd; nidingsdåd; skändlighet
- illdåd [-ett] zelfstandig naamwoord
- nidingsdåd [-ett] zelfstandig naamwoord
- skändlighet [-en] zelfstandig naamwoord
l'honte (scandalisme; comportement honteux)
anstötlighet; skandalöst beteende
- anstötlighet [-en] zelfstandig naamwoord
- skandalöst beteende zelfstandig naamwoord
l'honte (moquerie; ironie; raillerie; dérision; insulte; diffamation; outrage; risée; objet de risée)
förlöjligande; ironiserande
- förlöjligande zelfstandig naamwoord
- ironiserande zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor honte:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
anstötlighet	comportement honteux; honte; scandalisme
förakt	diffamation; dédain; dérision; honte; insulte; moquerie; mépris; objet de risée; outrage; raillerie; risée; sarcasme	dédain; mépris; raillerie; sarcasme
förlöjligande	diffamation; dérision; honte; insulte; ironie; moquerie; objet de risée; outrage; raillerie; risée	moquerie; raillerie; ricanement; rire de dérision; rire moqueur
hån	diffamation; dédain; dérision; honte; insulte; moquerie; mépris; objet de risée; outrage; raillerie; risée; sarcasme	affront; diffamation; dédain; dérision; injure; insulte; moquerie; mépris; raillerie; ricanement; rire de dérision; rire moqueur; risée; sarcasme
illdåd	action scandaleuse; comportement scandalleux; honte; infamie; scandale
ironiserande	diffamation; dérision; honte; insulte; ironie; moquerie; objet de risée; outrage; raillerie; risée
nesa	acte déshonorant; acte honteux; déshonneur; honte; ignominie; infamie; scandale
nidingsdåd	action scandaleuse; comportement scandalleux; honte; infamie; scandale
skam	acte déshonorant; acte honteux; déshonneur; honte; ignominie; infamie; scandale	médisance
skamhet	confusion; embarras; honte; sentiment de honte
skamkänsla	confusion; embarras; honte; sentiment de honte
skandal	charivari; déshonneur; honte; ignominie; indécence; infamie; scandale
skandalöst beteende	comportement honteux; honte; scandalisme
skymf	acte déshonorant; acte honteux; déshonneur; honte; ignominie; infamie; scandale
skändlighet	action scandaleuse; comportement scandalleux; honte; infamie; scandale	atrocité
vanära	acte déshonorant; acte honteux; déshonneur; honte; ignominie; infamie; scandale
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
vanära		avoir de la rancoeur; avoir de la rancune; blâmer; condamner; critiquer; déshonorer; jeter quelque chose aux pieds de; mater; matir; reprocher; réprimander; ternir; vitupérer; éteindre

Synoniemen voor "honte":

abjection; bassesse; vilenie; avilissement; déshonneur; ignominie; infamie; déchéance; souillure; turpitude; flétrissure; opprobre; indignité; dégradation; humiliation; affront; remords; repentir; regret; mortification; vexation; abaissement; aplatissement; confusion; avanie; scandale; éclat; esclandre; désordre; indignation; tapage; scrupule; doute; hésitation; indécision; pudeur; appréhension; minutie; égard; délicatesse; vergogne

Wiktionary: honte

honte

noun

désuet|fr déshonneur, opprobre, humiliation (ce qui est le sens étymologique et ancien).
- honte → skam; vanära; blygsel

Cross Translation:

From	To	Via
• honte	→ skamkänsla	↔ schaamte — eerste betekenisomschrijving
• honte	→ spe; hån	↔ aanfluiting — wat iets belachelijk of ten schande maakt
• honte	→ blamage	↔ Blamage — Beschämung, Situation, die zu einem Gesichtsverlust führt, die peinlich ist.
• honte	→ skam	↔ shame — uncomfortable or painful feeling
• honte	→ synd	↔ shame — something to regret

Verwante vertalingen van honte

Remove Ads

Vertaal honte van Frans naar Zweeds

Uitgebreide vertaling voor honte (Frans) in het Zweeds

honte:

honte [la ~] zelfstandig naamwoord

l'honte (embarras; sentiment de honte; confusion)

l'honte (risée; diffamation; insulte; moquerie; mépris; dérision; dédain; outrage; raillerie; sarcasme; objet de risée)

l'honte (infamie; scandale; ignominie; déshonneur; acte honteux; acte déshonorant)

l'honte (charivari; déshonneur; scandale; infamie; ignominie; indécence)

l'honte (action scandaleuse; scandale; infamie; comportement scandalleux)

l'honte (scandalisme; comportement honteux)

l'honte (moquerie; ironie; raillerie; dérision; insulte; diffamation; outrage; risée; objet de risée)

Vertaal Matrix voor honte:

Synoniemen voor "honte":

Wiktionary: honte

Verwante vertalingen van honte