Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. instrument:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor instrument (Frans) in het Zweeds

instrument:

instrument [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'instrument (outils; outillage; instruments; ustensiles; outil)
    utrustning; verktyg; hjälpmedel; handverktyg
  2. l'instrument (appareil; truc; machine; )
    apparat; maskin
    • apparat [-en] zelfstandig naamwoord
    • maskin [-en] zelfstandig naamwoord
  3. l'instrument (dispositif; appareil; matériel; outil)
    apparatur; utrustning

Vertaal Matrix voor instrument:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
apparat appareil; engin; gadget; instrument; machine; objet; outil; truc gadget
apparatur appareil; dispositif; instrument; matériel; outil
handverktyg instrument; instruments; outil; outillage; outils; ustensiles outil de bricolage
hjälpmedel instrument; instruments; outil; outillage; outils; ustensiles accessibilité; option d'accessibilité; remède
maskin appareil; engin; gadget; instrument; machine; objet; outil; truc machine
utrustning appareil; dispositif; instrument; instruments; matériel; outil; outillage; outils; ustensiles aménagement; armature; armement; collier; feraillage; harnais; matériel; outillage; outils; pièce d'équipement; pièces d'équipement; renforcement de l'armement; équipement
verktyg instrument; instruments; outil; outillage; outils; ustensiles générateur; outil

Synoniemen voor "instrument":


Wiktionary: instrument

instrument
Cross Translation:
FromToVia
instrument redskap implement — a tool
instrument instrument instrument — music device
instrument instrument instrument — verkort voor muziekinstrument
instrument instrument Instrument — feines, kompliziertes Werkzeug; Gerät für wissenschaftliche Messungen oder Untersuchungen
instrument instrument InstrumentMusik: Gerät zum Musizieren
instrument musikinstrument MusikinstrumentMusik: manuelle, klangerzeugende Apparatur auf der Musik gespielt wird
instrument redskap; verktyg WerkzeugTechnik: allgemeines Mittel oder Gerät, um Dinge herzustellen, zu reparieren etc.

Verwante vertalingen van instrument