Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. maigreur:


Frans

Uitgebreide vertaling voor maigreur (Frans) in het Zweeds

maigreur:

maigreur [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la maigreur (minceur)
    tunnhet; magerhet
  2. la maigreur (sveltesse; minceur)
    slankhet
  3. la maigreur (rudesse; pauvreté; rugosité)
    magerhet; benighet
  4. la maigreur (pauvreté; misère; frugalité)
    smalhet; magerhet

Vertaal Matrix voor maigreur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
benighet maigreur; pauvreté; rudesse; rugosité
magerhet frugalité; maigreur; minceur; misère; pauvreté; rudesse; rugosité qualité osseuse
slankhet maigreur; minceur; sveltesse
smalhet frugalité; maigreur; misère; pauvreté détroit; gorge; passage étroit; étroitesse
tunnhet maigreur; minceur rareté; ténuité

Synoniemen voor "maigreur":