Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. norme:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor norme (Frans) in het Zweeds

norme:

norme [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la norme (étalon; critère; règle; canon)
    standard; norm
    • standard [-en] zelfstandig naamwoord
    • norm [-en] zelfstandig naamwoord
  2. la norme (critère; mesure; indicateur)
    kriterium; rättesnöre; norm
  3. la norme (niveau; couche; plan; )
    nivå
    • nivå [-en] zelfstandig naamwoord
  4. la norme
    standard

Vertaal Matrix voor norme:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kriterium critère; indicateur; mesure; norme condition; critère; demande; exigence; stipulation
nivå couche; degré; gradation; mesure; niveau; norme; plan couche; degré; gradation; grade; niveau; niveau de dimension; ordre; rang; section; titre; échelon
norm canon; critère; indicateur; mesure; norme; règle; étalon
rättesnöre critère; indicateur; mesure; norme boussole; compas
standard canon; critère; norme; règle; étalon canon; standard; étalon

Synoniemen voor "norme":


Wiktionary: norme

norme
noun
  1. règle, loi directrice, type, standard.

Cross Translation:
FromToVia
norme norm norm — in analysis

Verwante vertalingen van norme