Surplus in het Zweeds vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Zweeds: Meer gegevens...

surplus:
- överskott; rikliga mått; överflod; bokslut; saldo; balans; tillgodohavande; behållningar
Wiktionary:
- surplus → överskott

Frans

Uitgebreide vertaling voor surplus (Frans) in het Zweeds

le surplus (excès; excédent; débordement; abondance)
överskott
- överskott [-ett] zelfstandig naamwoord
le surplus (exces)
rikliga mått
- rikliga mått zelfstandig naamwoord
le surplus (abondance; débordement; excès; immodération; excédent)
överflod
- överflod zelfstandig naamwoord
le surplus (solde; restant; reste)
bokslut; saldo; balans; tillgodohavande
- bokslut [-ett] zelfstandig naamwoord
- saldo [-ett] zelfstandig naamwoord
- balans [-en] zelfstandig naamwoord
- tillgodohavande [-ett] zelfstandig naamwoord
le surplus (résidus; restants)
överskott; behållningar
- överskott [-ett] zelfstandig naamwoord
- behållningar zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
balans	restant; reste; solde; surplus	avoir; balance; compte de résultat; crédit; crédit de banque; harmonie; harmornie; relevé de compte de résultat; équilibre
behållningar	restants; résidus; surplus
bokslut	restant; reste; solde; surplus	avoir; clôture des comptes; comptes annuels; crédit; crédit de banque; tableau d'analyse
rikliga mått	exces; surplus
saldo	restant; reste; solde; surplus	avoir; crédit; crédit de banque; solde bénéficiaire; solde positif
tillgodohavande	restant; reste; solde; surplus	solde en banque
överflod	abondance; débordement; excès; excédent; immodération; surplus
överskott	abondance; bonus; débordement; excès; excédent; prime; restants; résidus; supplément; surplus	avantage; bénéfice; gain; profit; soldes positifs
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
överskott		net

Cross Translation:

From	To	Via
• surplus	→ överskott	↔ surplus — excess, overplus