Overzicht
Frans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. vagabondage:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor vagabondage (Frans) in het Zweeds

vagabondage:

vagabondage [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le vagabondage
    landsstrykeri
  2. le vagabondage (course à l'aventure; errance; pérégrination; )
    vandring; vandrande; irrande

Vertaal Matrix voor vagabondage:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
irrande course à l'aventure; errance; excursion; odyssée; pérégrination; randonnée; vagabondage; voyage à pied aberration; digression; écart; égarement
landsstrykeri vagabondage
vandrande course à l'aventure; errance; excursion; odyssée; pérégrination; randonnée; vagabondage; voyage à pied marche; randonnée
vandring course à l'aventure; errance; excursion; odyssée; pérégrination; randonnée; vagabondage; voyage à pied promenade; randonnée; randonnée à pied; trotte; voyage à pied
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vandrande errant; nomade; vagabond

Synoniemen voor "vagabondage":


Wiktionary: vagabondage

vagabondage
noun
  1. habitude de vagabonder.

Cross Translation:
FromToVia
vagabondage lösdriveri vagrancy — being a vagrant