Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. aanbelanden:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aanbelanden (Nederlands) in het Duits

aanbelanden: (*Woord en zin splitter gebruikt)


Wiktionary: aanbelanden

aanbelanden
verb
  1. ergens terechtkomen

Cross Translation:
FromToVia
aanbelanden Erfolg haben; gelingen; bestehen; geschehen; passieren; sich ereignen; stattfinden; vorkommen; hingeraten; ankommen; eintreffen; gelangen; zukommen; herzukommen arriverparvenir à destination. — note Sans complément, on sous-entend que la destination est le lieu où se tient le locuteur.