Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. aflossing:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aflossing (Nederlands) in het Duits

aflossing:

aflossing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de aflossing (aflossingsbedrag)
    die Tilgung; der Tilgungsbetrag
  2. de aflossing
    die Rückzahlung

Vertaal Matrix voor aflossing:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Rückzahlung aflossing restitutie; restituties; terugbetaling; terugbetalingen
Tilgung aflossing; aflossingsbedrag afbetaling
Tilgungsbetrag aflossing; aflossingsbedrag

Wiktionary: aflossing

aflossing
noun
  1. het aflossen
  2. een bedrag waarmee een schuld wordt afgelost in termijnen
aflossing
noun
  1. der Anteil einer Annuitätszahlung, mit dem Kapital zurückzahlen wird
  2. Tilgung
  3. das Ereignis, wenn etwas nicht mehr haften
  4. die Tätigkeit, etwas lose zu machen
  5. die Person(en), die bei [1] die Arbeit übernehmen
  6. (bei der Arbeit) die Tätigkeit und das Ereignis, wenn eine Schicht wechseln
  7. Person oder Gruppe, die an die Stelle einer anderen tritt, oder auch der entsprechende Vorgang