Beetje: vertaling Nederlands

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

beetje:
- Bißchen; Wenig
- ein bißchen
Wiktionary:
- beetje → bisschen
- beetje → etwas, ein bisschen, ein wenig, Stück, Wenig, Bisschen, Happen, Stückchen

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor beetje (Nederlands) in het Duits

het beetje
die Bißchen
- Bißchen [die ~] zelfstandig naamwoord
het beetje (kleinigheid)
Bißchen; Wenig
- Bißchen [das ~] zelfstandig naamwoord
- Wenig [das ~] zelfstandig naamwoord

beetje

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• beetje	→ etwas; ein bisschen; ein wenig	↔ a little — to a small extent or degree
• beetje	→ Stück; Wenig; Bisschen; Happen; Stückchen	↔ bit — small amount of something
• beetje	→ Bisschen	↔ spot — small amount