Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. bevinding:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bevinding (Nederlands) in het Duits

bevinding:

bevinding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de bevinding
    der Befund; die Beobachtung; die Erkenntnis; die Erfahrung

Vertaal Matrix voor bevinding:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Befund bevinding
Beobachtung bevinding apperceptie; beschouwing; observatie; perceptie; waarneming
Erfahrung bevinding cirkel; ervaring; koers; kring; meemaken van een gebeurtenis; ondervinden; ondervinding; praktijk; rondje; route; routine
Erkenntnis bevinding begrip; benul; besef; bewustzijn; brein; conceptie; dankbaarheid; danken; denkbeeld; doorzicht; erkenning; erkentelijkheid; gnosis; inzicht; kijk; mening; notie; ondervinden; ondervinding; oordeel; opinie; opvatting; rede; toegeving; verstand; visie; zienswijze

Wiktionary: bevinding

bevinding
noun
  1. Ergebnis einer Prüfung, eines Tests, Bericht darüber