Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. courant:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor courant (Nederlands) in het Duits

courant:

courant bijvoeglijk naamwoord

  1. courant (gangbaar; gebruikelijk; gewoon)
    gewöhnlich; gebräuchlich; üblich; gängig; alltäglich; herkömmlich

courant [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de courant (krant; dagblad)
    die Zeitung; die Tageszeitung

Vertaal Matrix voor courant:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Tageszeitung courant; dagblad; krant nieuwsblad
Zeitung courant; dagblad; krant Krant; krant; nieuwsblad
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alltäglich courant; gangbaar; gebruikelijk; gewoon alledaags; alledaagse; eenvoudig; gangbaar; gebruikelijk; gemeen; gewoon; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; niets bijzonders; normaal; onedel; ordinair
gebräuchlich courant; gangbaar; gebruikelijk; gewoon bruikbare; gangbaar; gebruikelijk; gemeen; gewoon; normaal; traditiegetrouw; traditioneel; volgens de traditie
gewöhnlich courant; gangbaar; gebruikelijk; gewoon algemeen; alledaags; doorgaans; eenvoudig; futiel; gemeenlijk; geregeld; gewoon; gewoonlijk; gewoontegetrouw; grof; in een handomdraai; licht; lichtwegend; meestal; merendeels; moeiteloos; natuurlijk; niets bijzonders; nietsbetekenend; nietszeggend; normaal; normaliter; onbeduidend; onbelangrijk; onbenullig; onbetekenend; ongekunsteld; op vaste tijden; ordinair; over het algemeen; plat; platvloers; regelmatig; regulier; triviaal; vanzelf; vulgair; weinigzeggend; zonder moeite; zonder pretenties
gängig courant; gangbaar; gebruikelijk; gewoon alledaags; doodgewoon; eenvoudig; gangbaar; gebruikelijk; gemeen; gewend; gewoon; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; niets bijzonders; normaal; onedel; ordinair
herkömmlich courant; gangbaar; gebruikelijk; gewoon conventioneel; gangbaar; gebruikelijk; gemeen; gewoon; normaal; traditiegetrouw; traditioneel; volgens de traditie
üblich courant; gangbaar; gebruikelijk; gewoon doodgewoon; gangbaar; gebruikelijk; gemeen; gewoon; normaal

Verwante woorden van "courant":

  • couranten, couranter, courantere, courantst, courantste, courante

Antoniemen van "courant":


Verwante definities voor "courant":

  1. komt veel voor, wordt veel gebruikt1
    • het model van dit apparaat is erg courant1

Wiktionary: courant

courant
noun
  1. staatlich geregeltes Geldwesen

Cross Translation:
FromToVia
courant Tagebuch; Logbuch; Zeitung; Journal journaldocument qui recenser par ordre chronologique les événements pour une période donnée.

Verwante vertalingen van courant