Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Duits ->Zoek: huisdier

Nederlandse en Duitse zoekresultaten voor: huisdier

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

huisdier:
- Haustier; Gesellschaftstier
Wiktionary:
- huisdier → Haustier
- huisdier → Haustier, Heimtier, Diener, Dienerin, Mädchen, Bursche, Gehilfe, Dienstbote, Magd

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor huisdier (Nederlands) in het Duits

huisdier:

huisdier [het ~] zelfstandig naamwoord

het huisdier
Haustier; Gesellschaftstier
- Haustier [das ~] zelfstandig naamwoord
- Gesellschaftstier [das ~] zelfstandig naamwoord
het huisdier
Haustier
- Haustier [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor huisdier:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Gesellschaftstier	huisdier	gezelschapsdier; troetel
Haustier	huisdier	lievelings huisdier; lievelingsdier; troeteldier

Verwante woorden van "huisdier":

huisdieren

Wiktionary: huisdier

huisdier

noun

een dier dat in het huis of om het huis woont en leeft
- huisdier → Haustier

Cross Translation:

From	To	Via
• huisdier	→ Haustier; Heimtier	↔ pet — an animal kept as a companion
• huisdier	→ Haustier	↔ animal domestique — animal domestiqué donc vivre dans la demeure de l’homme ou dans son voisinage, qui y est élever et nourrir, qui se multiplie en captivité et qui est modifié par rapport à la forme sauvage vivant dans la nature et recevant la protection de l’homme en éc
• huisdier	→ Diener; Dienerin; Mädchen; Bursche; Gehilfe; Dienstbote; Magd; Haustier	↔ domestique — personnel d'intérieur assurant le service et les travaux ménagers.

Verwante vertalingen van huisdier

lievelings huisdier