Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Duits ->Zoek: juni

Nederlandse en Duitse zoekresultaten voor: juni

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

juni:
- Juni
Wiktionary:
- juni → Juni
- juni → Brachet, Juni

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Juni:
- juni
Wiktionary:
- Juni → juni, zomermaand
- Juni → juni

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor juni (Nederlands) in het Duits

juni:

juni [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de juni
der Juni
- Juni [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor juni:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Juni	juni

Verwante definities voor "juni":

de zesde maand van het jaar¹
- op 21 juni begint de zomer¹

Wiktionary: juni

juni

noun

de zesde maand van het jaar
- juni → Juni

juni

noun

der sechste Monat im Jahr
- Juni → juni; zomermaand

Cross Translation:

From	To	Via
• juni	→ Brachet; Juni	↔ June — sixth month of the Gregorian calendar

Duits

Uitgebreide vertaling voor juni (Duits) in het Nederlands

Juni:

Juni [der ~] zelfstandig naamwoord

der Juni
de juni
- juni [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Juni:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
juni	Juni

Synoniemen voor "Juni":

Juno; Monat der Sommersonnenwende; Monat des Sommerbeginns; Rosenmonat; sechster Monat des Jahres; Jahreszwölftel; Monat

Wiktionary: Juni

Juni

noun

der sechste Monat im Jahr
- Juni → juni; zomermaand

Juni

noun

de zesde maand van het jaar
- juni → Juni

Cross Translation:

From	To	Via
• Juni	→ juni	↔ June — sixth month of the Gregorian calendar

¹Muiswerk Woordenboek