Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. kleurrijk:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kleurrijk (Nederlands) in het Duits

kleurrijk:

kleurrijk bijvoeglijk naamwoord

  1. kleurrijk (fleurig)
    farbig; frisch; blühend
  2. kleurrijk (kakelbont; bont; veelkleurig)
    vielfarbig; bunt; farbenfreudig; knallbunt; farbig; farbenfroh; buntscheckig

Vertaal Matrix voor kleurrijk:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blühend fleurig; kleurrijk blakend; blakend van gezondheid; bloeiend; fit; fleurig; florissant; getraind; gezond; kleurig; zonder ziekte
bunt bont; kakelbont; kleurrijk; veelkleurig gekleurd; kleurig
buntscheckig bont; kakelbont; kleurrijk; veelkleurig
farbenfreudig bont; kakelbont; kleurrijk; veelkleurig bloeiend; fleurig; gekleurd; kleurig
farbenfroh bont; kakelbont; kleurrijk; veelkleurig bloeiend; fleurig; gekleurd; hooggekleurd; kleurig
farbig bont; fleurig; kakelbont; kleurrijk; veelkleurig bloeiend; bont; bontgekleurd; fleurig; gekleurd; hooggekleurd; kleurig
frisch fleurig; kleurrijk bezet; bloeiend; doodgemoedereerd; doodkalm; druk; drukbezet; eigentijds; fleurig; florissant; fris; frisjes; geagiteerd; hedendaags; hooggekleurd; kleurig; koel; levendig; luchtig; modern; nieuw; nieuwbakken; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; onbedorven; onbevlekt; ongebruikt; ongeopend; onschuldig; rein; verhit; vers; versgebakken; vlekkeloos
knallbunt bont; kakelbont; kleurrijk; veelkleurig bont; bontgekleurd; fleurig; hooggekleurd; kleurig
vielfarbig bont; kakelbont; kleurrijk; veelkleurig

Verwante woorden van "kleurrijk":

  • kleurrijker, kleurrijkere, kleurrijkst, kleurrijkste, kleurrijke

Wiktionary: kleurrijk

kleurrijk
adjective
  1. vol opvallende kleuren

Cross Translation:
FromToVia
kleurrijk bunt gay — festive, bright, colorful