Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. leder:
  2. Wiktionary:
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Leder:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor leder (Nederlands) in het Duits

leder:

leder [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het leder (leer)
    Leder
    • Leder [das ~] zelfstandig naamwoord

leder bijvoeglijk naamwoord

  1. leder (lederen)
    ledern
    • ledern bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor leder:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Leder leder; leer
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ledern zemen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ledern leder; lederen

Verwante woorden van "leder":


Wiktionary: leder

leder
Cross Translation:
FromToVia
leder Leder leather — material produced by tanning animal skin
leder Leder cuirpeau épaisse de certains animaux.



Duits

Uitgebreide vertaling voor leder (Duits) in het Nederlands

Leder:

Leder [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Leder
    het leder
    • leder [het ~] zelfstandig naamwoord
    het leer
    – dierehuid die bewerkt is 1
    • leer [het ~] zelfstandig naamwoord
      • ik heb een tas van leer1

Vertaal Matrix voor Leder:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
leder Leder
leer Leder Glaubenslehre; Leiter; Stehleiter
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
leer Leder
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
leder ledern

Synoniemen voor "Leder":


Wiktionary: Leder

Leder
noun
  1. Material aus gerben Tierhaut

Cross Translation:
FromToVia
Leder leer; vacht; vel; huid hide — skin of an animal
Leder leder; leer leather — material produced by tanning animal skin
Leder leder cuirpeau épaisse de certains animaux.

Verwante vertalingen van leder