Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. leest:
  2. lezen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor leest (Nederlands) in het Duits

leest:

leest [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de leest
    die Leisten
    • Leisten [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor leest:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Leisten leest

Verwante woorden van "leest":

  • leesten

Wiktionary: leest

leest
noun
  1. schoenvorm
  2. gestalte

leest vorm van lezen:

lezen werkwoord (lees, leest, las, lazen, gelezen)

  1. lezen
    lesen
    • lesen werkwoord (lese, liest, las, last, gelesen)

Conjugations for lezen:

o.t.t.
  1. lees
  2. leest
  3. leest
  4. lezen
  5. lezen
  6. lezen
o.v.t.
  1. las
  2. las
  3. las
  4. lazen
  5. lazen
  6. lazen
v.t.t.
  1. heb gelezen
  2. hebt gelezen
  3. heeft gelezen
  4. hebben gelezen
  5. hebben gelezen
  6. hebben gelezen
v.v.t.
  1. had gelezen
  2. had gelezen
  3. had gelezen
  4. hadden gelezen
  5. hadden gelezen
  6. hadden gelezen
o.t.t.t.
  1. zal lezen
  2. zult lezen
  3. zal lezen
  4. zullen lezen
  5. zullen lezen
  6. zullen lezen
o.v.t.t.
  1. zou lezen
  2. zou lezen
  3. zou lezen
  4. zouden lezen
  5. zouden lezen
  6. zouden lezen
en verder
  1. is gelezen
  2. zijn gelezen
diversen
  1. lees!
  2. leest!
  3. gelezen
  4. lezend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

lezen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. lezen
    Lesen; Ablesen; die Lektüre
    • Lesen [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Ablesen [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Lektüre [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor lezen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Ablesen lezen aflezen; oplezen; schriftlezing
Lektüre lezen lectuur; leesvoer; schriftlezing
Lesen lezen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lesen lezen bestuderen; bijeen lezen; oogsten; plukken; verzamelen

Verwante definities voor "lezen":

  1. naar woorden kijken en begrijpen wat er staat1
    • in mijn vrije tijd lees ik graag1

Wiktionary: lezen

lezen
verb
  1. zien en interpreteren van tekst
lezen
  1. (transitiv): Schriftzeichen, Worte und Texte (mithilfe der Augen) wahrnehmen sowie (im Gehirn) verarbeiten und verstehen

Cross Translation:
FromToVia
lezen lesen read — look at and interpret letters or other information
lezen Lesen reading — the process of interpreting written language
lezen überfliegen skim — read quickly, skipping some detail
lezen lesen lireinterpréter des informations écrites sous forme de mots ou de dessins sur un support.