Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Duits ->Zoek: volks

Nederlandse en Duitse zoekresultaten voor: volks

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

volks:
- platt; vulgär; ordinär
volk:
- Volk; Nation
Wiktionary:
- volks → allgemein, ordinär, vulgär, vulgärsprachlich, Volks-, volkstümlich, gemein, gewöhnlich, Plebejer
- volk → Volk, Leute
- volk → Zensus, Volk, Leute, Menschen

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor volks (Nederlands) in het Duits

volks:

volks bijvoeglijk naamwoord

volks (plat)
platt; vulgär; ordinär
- platt bijvoeglijk naamwoord
- vulgär bijvoeglijk naamwoord
- ordinär bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor volks:

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ordinär	plat; volks	alledaags; eenvoudig; gewoon; grof; niets bijzonders; ordinair; plat; platvloers; vulgair
platt	plat; volks	banaal; effen; egaal; gelijk; geslepen; geëgaliseerd; glad; grof; laag; laag-bij-de-grond; lomp; ordinair; plat; platvloers; ploertig; schunnig; strak; triviaal; vlak; vlakuit; vuig; vulgair; vunzig
vulgär	plat; volks	grof; ordinair; plat; platvloers; vulgair

Verwante woorden van "volks":

volkse, volk

Wiktionary: volks

Cross Translation:

From	To	Via
• volks	→ allgemein; ordinär; vulgär; vulgärsprachlich; Volks-; volkstümlich; gemein; gewöhnlich	↔ vulgar — having to do with common people
• volks	→ Plebejer	↔ plébéien — antiq\|fr individu libre qui venir de la classe populaire, du bas peuple, chez les romains.

volks vorm van volk:

volk [het ~] zelfstandig naamwoord

het volk (natie)
Volk; die Nation
- Volk [das ~] zelfstandig naamwoord
- Nation [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor volk:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Nation	natie; volk	bakermat; geboorteland; land; land van herkomst; land van oorsprong; natie; rijk; staat; thuisland; vaderland
Volk	natie; volk
-	massa

Verwante woorden van "volk":

volken, volks

Synoniemen voor "volk":

massa; menigte

Antoniemen van "volk":

individu; persoon

Verwante definities voor "volk":

groot aantal mensen bij elkaar¹
- er was veel volk op straat¹
grote groep mensen die samen in een land wonen¹
- het Nederlandse volk was erg blij met de bevrijding¹

Wiktionary: volk

volk

noun

een groep mensen die een aantal dingen gemeenschappelijk hebben, zoals afstamming, taal, gewoontes of overlevering
- volk → Volk
de inwoners van een land
- volk → Volk
een aantal mensen
- volk → Leute

volk

noun

nur Singular: die unteren und mittleren Schichten der Bevölkerung
- Volk → volk
Leute derselben Abstammung
- Volk → volk
Leute desselben Staates
- Volk → volk
viele gleichartige Leute
- Volk → volk
Gruppe von Menschen mit einer gemeinsamen Kultur, Sprache und Geschichte
- Volk → volk

Cross Translation:

From	To	Via
• volk	→ Zensus	↔ census — collect a census
• volk	→ Volk	↔ folk — inhabitants of a region
• volk	→ Leute; Menschen	↔ people — a body of human beings; a group of two or more persons
• volk	→ Volk	↔ people — a group of persons forming or belonging to a particular nation etc.
• volk	→ Leute	↔ people — a group of persons regarded as being employees etc.
• volk	→ Volk	↔ peuple — multitude d’hommes qui, vivre habituellement ensemble, partagent les mêmes coutumes.

¹Muiswerk Woordenboek