Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Duits ->Zoek: voucher

Nederlandse en Duitse zoekresultaten voor: voucher

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

voucher:
- Voucher; Beweischen
Wiktionary:
- voucher → Coupon, Zinsabschnitt, Billett, Fahrkarte, Karte, Ticket, Schein, Briefchen

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Voucher:
- voucher; bewijsje
- coupons; reclamebonnen

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor voucher (Nederlands) in het Duits

voucher:

voucher [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

de voucher (bewijsje)
Voucher; Beweischen
- Voucher [das ~] zelfstandig naamwoord
- Beweischen [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor voucher:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Beweischen	bewijsje; voucher
Voucher	bewijsje; voucher	coupons; reclamebonnen

Verwante woorden van "voucher":

vouchers

Wiktionary: voucher

Cross Translation:

From	To	Via
• voucher	→ Coupon; Zinsabschnitt; Billett; Fahrkarte; Karte; Ticket; Schein; Briefchen	↔ ticket — billet donnant droit à un accès

Duits

Uitgebreide vertaling voor voucher (Duits) in het Nederlands

Voucher:

Voucher [das ~] zelfstandig naamwoord

Voucher (Beweischen)
de voucher; het bewijsje
- voucher [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- bewijsje [het ~] zelfstandig naamwoord

Voucher [der ~] zelfstandig naamwoord

der Voucher (Gutschein)
de coupons; reclamebonnen
- coupons [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- reclamebonnen [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Voucher:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bewijsje	Beweischen; Voucher
coupons	Gutschein; Voucher
reclamebonnen	Gutschein; Voucher
voucher	Beweischen; Voucher

Synoniemen voor "Voucher":

Gutschein; Wertmarke; Wertschein
Billett; Eintrittskarte; Fahrausweis; Fahrkarte; Fahrschein; Karte; Ticket