Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. wedden:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor wedden (Nederlands) in het Duits

wedden:

wedden werkwoord (wed, wedt, wedde, wedden, gewed)

  1. wedden (verwedden; inzetten)
    wetten; einsetzen; verwetten
    • wetten werkwoord (wette, wettest, wettet, wettete, wettetet, gewettet)
    • einsetzen werkwoord (setze ein, setzt ein, setzte ein, setztet ein, eingesetzt)
    • verwetten werkwoord (verwette, verwettest, verwettet, verwettete, verwettetet, verwettet)

Conjugations for wedden:

o.t.t.
  1. wed
  2. wedt
  3. wedt
  4. wedden
  5. wedden
  6. wedden
o.v.t.
  1. wedde
  2. wedde
  3. wedde
  4. wedden
  5. wedden
  6. wedden
v.t.t.
  1. heb gewed
  2. hebt gewed
  3. heeft gewed
  4. hebben gewed
  5. hebben gewed
  6. hebben gewed
v.v.t.
  1. had gewed
  2. had gewed
  3. had gewed
  4. hadden gewed
  5. hadden gewed
  6. hadden gewed
o.t.t.t.
  1. zal wedden
  2. zult wedden
  3. zal wedden
  4. zullen wedden
  5. zullen wedden
  6. zullen wedden
o.v.t.t.
  1. zou wedden
  2. zou wedden
  3. zou wedden
  4. zouden wedden
  5. zouden wedden
  6. zouden wedden
diversen
  1. wed!
  2. wedt!
  3. gewed
  4. weddend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor wedden:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
einsetzen inzetten; verwedden; wedden aangrijpen; aanstellen; aanvangen; aanwenden; afstemmen; beginnen; benoemen; benutten; bezigen; gebruik maken van; gebruiken; hanteren; in functie aanstellen; inaugureren; inhuldigen; inklinken; inrichten; installeren; instellen; intreden; introduceren; invoegen; inwijden; inzet tonen; inzetten; kennis laten maken; mobiliseren; op gang komen; overgaan op nieuwe rijbaan; plaatsen; plechtig bevestigen; posten; posteren; starten; stationeren; toepassen; tussen zetten; van start gaan; voorstellen
verwetten inzetten; verwedden; wedden
wetten inzetten; verwedden; wedden een gok wagen; gokken; inzetten; met geld spelen; speelgeld inzetten

Verwante woorden van "wedden":

  • wed

Wiktionary: wedden

wedden
verb
  1. geld wagen op een toekomstige gebeurtenis
wedden
verb
  1. Geld auf den Ausgang eines zukünftigen Ereignisses setzen; eine Wette abschließen

Cross Translation:
FromToVia
wedden wetten bet — To stake or pledge upon the outcome of an event
wedden wetten parier — Mettre une somme dans un pari. (Sens général).

wed:


Verwante woorden van "wed":


Wiktionary: wed


Cross Translation:
FromToVia
wed Tränke abreuvoirlieu où les cheval et les bestiaux peuvent boire.