Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Duits ->Zoek: werpen

Nederlandse en Duitse zoekresultaten voor: werpen

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

werpen:
- Junge werfen; Junge bekommen
- Werfen; Jungen werfen
Wiktionary:
- werpen → werfen, gebären, schleudern
- werpen → werfen, hinwerfen, wegwerfen, abschießen, lancieren, schleudern, schmeißen, speien, ausspeien, auswerfen, spucken

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor werpen (Nederlands) in het Duits

werpen:

werpen werkwoord (werp, werpt, wierp, wierpen, geworpen)

werpen (jongen; ter wereld brengen)
Junge werfen; Junge bekommen
- Junge werfen werkwoord
- Junge bekommen werkwoord

Conjugations for werpen:

o.t.t.

werp
werpt
werpt
werpen
werpen
werpen

o.v.t.

wierp
wierp
wierp
wierpen
wierpen
wierpen

v.t.t.

heb geworpen
hebt geworpen
heeft geworpen
hebben geworpen
hebben geworpen
hebben geworpen

v.v.t.

had geworpen
had geworpen
had geworpen
hadden geworpen
hadden geworpen
hadden geworpen

o.t.t.t.

zal werpen
zult werpen
zal werpen
zullen werpen
zullen werpen
zullen werpen

o.v.t.t.

zou werpen
zou werpen
zou werpen
zouden werpen
zouden werpen
zouden werpen

diversen

werp!
werpt!
geworpen
werpend

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

werpen [znw.] zelfstandig naamwoord

werpen (jongen krijgen)
Werfen; Jungen werfen
- Werfen [das ~] zelfstandig naamwoord
- Jungen werfen [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor werpen:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Jungen werfen	jongen krijgen; werpen
Werfen	jongen krijgen; werpen	gooi; handeling van gooien; worp
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Junge bekommen	jongen; ter wereld brengen; werpen
Junge werfen	jongen; ter wereld brengen; werpen
-	gooien

Synoniemen voor "werpen":

gooien

Antoniemen van "werpen":

grijpen; vangen

Verwante definities voor "werpen":

met een zwaai uit je hand loslaten zodat het ergens anders terechtkomt¹
- hij werpt zijn jas altijd over een stoel¹
jongen ter wereld brengen¹
- onze hond heeft drie jongen geworpen¹

Wiktionary: werpen

werpen

verb

met een krachtige zwaai van de arm iets uit de hand naar iets of iemand heen laten gaan
- werpen → werfen
(van zoogdieren) ter wereld brengen, baren
- werpen → gebären

werpen

verb

-
- schleudern → centrifugeren; slippen; werpen; slingeren

etwas in eine bestimmte Richtung schleudern
- werfen → werpen
Biologie: Jungtiere, Säugetiere gebären, meist bei Tierarten, die mehrere Nachkommen in einem Wurf auf die Welt bringen
- werfen → werpen

Cross Translation:

From	To	Via
• werpen	→ werfen	↔ cast — to throw forcefully
• werpen	→ hinwerfen; wegwerfen	↔ cast — to throw down or aside
• werpen	→ abschießen; lancieren	↔ launch — throw, hurl, let fly, propel with force
• werpen	→ werfen	↔ pitch — baseball: to throw the ball toward home plate
• werpen	→ schleudern; schmeißen	↔ sling — to throw
• werpen	→ werfen	↔ throw — to cause an object to move rapidly through the air
• werpen	→ schleudern; werfen; speien; ausspeien; auswerfen; spucken	↔ jeter — lancer avec la main ou de quelque autre manière.

Verwante vertalingen van werpen

¹Muiswerk Woordenboek