Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. aan:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aan (Nederlands) in het Duits

aan:

aan bijvoeglijk naamwoord

  1. aan
    an; auf
    • an bijvoeglijk naamwoord
    • auf

Vertaal Matrix voor aan:

Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
auf aan
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
an aan bij; bij de; erbij; erop

Antoniemen van "aan":


Verwante definities voor "aan":

  1. aan elkaar vast1
    • de kar zit aan de auto1
  2. het is in werking1
    • de radio staat aan1
  3. om aan te geven wie iets krijgt1
    • Bas geeft de pen aan oma1
  4. op of om je lichaam1
    • ik heb een trui aan1

Wiktionary: aan

aan
preposition
  1. verbonden met, tegen, tegenaan
    • aanan
adjective
  1. (predicatief) actief, in bedrijf
    • aanan
aan
adverb
  1. umgangssprachlich: einschalten oder anzünden
  1. Präposition des Ortes; mit dem Dativ (zur Anzeige der Lage): bestimmt einen Ort, mit dem etw. in Berührung ist

Cross Translation:
FromToVia
aan gehören belong — be the property of
aan je commercial at — denoting unit price
aan Einwirkung; Witterung exposure — lack of protection
aan an on — in the state of being active, functioning or operating
aan an; bei on — touching; hanging from
aan an etw. appelieren pander — appeal or cater to
aan zufriedenstellen; befriedigen suffice — satisfy
aan dran up — next
aan hinter; nach après — Traductions à classer d'après le sens

Verwante vertalingen van aan