Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. aanhouden op:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aanhouden op (Nederlands) in het Duits

aanhouden op:

aanhouden op werkwoord (houd aan op, houdt aan op, hield aan op, hielden aan op, aangehouden op)

  1. aanhouden op (afstevenen op; aansturen op; afvaren op; afstomen op)
    ansteuern; zuhalten auf
    • ansteuern werkwoord (steuere an, steuerst an, steuert an, steuerte an, steuertet an, angesteuert)
    • zuhalten auf werkwoord

Conjugations for aanhouden op:

o.t.t.
  1. houd aan op
  2. houdt aan op
  3. houdt aan op
  4. houden aan op
  5. houden aan op
  6. houden aan op
o.v.t.
  1. hield aan op
  2. hield aan op
  3. hield aan op
  4. hielden aan op
  5. hielden aan op
  6. hielden aan op
v.t.t.
  1. ben aangehouden op
  2. bent aangehouden op
  3. is aangehouden op
  4. zijn aangehouden op
  5. zijn aangehouden op
  6. zijn aangehouden op
v.v.t.
  1. was aangehouden op
  2. was aangehouden op
  3. was aangehouden op
  4. waren aangehouden op
  5. waren aangehouden op
  6. waren aangehouden op
o.t.t.t.
  1. zal aanhouden op
  2. zult aanhouden op
  3. zal aanhouden op
  4. zullen aanhouden op
  5. zullen aanhouden op
  6. zullen aanhouden op
o.v.t.t.
  1. zou aanhouden op
  2. zou aanhouden op
  3. zou aanhouden op
  4. zouden aanhouden op
  5. zouden aanhouden op
  6. zouden aanhouden op
diversen
  1. houd aan op!
  2. houdt aan op!
  3. aangehouden op
  4. aanhoudende op
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor aanhouden op:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ansteuern aanhouden op; aansturen op; afstevenen op; afstomen op; afvaren op aansturen
zuhalten auf aanhouden op; aansturen op; afstevenen op; afstomen op; afvaren op

Verwante vertalingen van aanhouden op