Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. aankomend:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aankomend (Nederlands) in het Duits

aankomend:

aankomend bijvoeglijk naamwoord

  1. aankomend (aanstaand; toekomstig; toekomend; toekomstige)
    zukünftig; nächst; angehend; beabsichtigt; geplant; zustehend

Vertaal Matrix voor aankomend:

OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
nächst bij; te; ter; via
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
angehend aankomend; aanstaand; toekomend; toekomstig; toekomstige
beabsichtigt aankomend; aanstaand; toekomend; toekomstig; toekomstige beoogd; voorgenomen
geplant aankomend; aanstaand; toekomend; toekomstig; toekomstige beoogd; gepland; voorgenomen
nächst aankomend; aanstaand; toekomend; toekomstig; toekomstige
zukünftig aankomend; aanstaand; toekomend; toekomstig; toekomstige
zustehend aankomend; aanstaand; toekomend; toekomstig; toekomstige gegrond; geldig; valide

Wiktionary: aankomend


Cross Translation:
FromToVia
aankomend kommend; nächster; nächst prochain — Voisin, suivant.