Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. aanzwengelen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aanzwengelen (Nederlands) in het Duits

aanzwengelen:

aanzwengelen werkwoord

  1. aanzwengelen (aanslingeren)
    ankurbeln
    • ankurbeln werkwoord (kurbele an, kurbelst an, kurbelt an, kurbelte an, kurbeltet an, angekurbelt)

aanzwengelen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. aanzwengelen (aanslingeren)
    Ankurbeln

Vertaal Matrix voor aanzwengelen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Ankurbeln aanslingeren; aanzwengelen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ankurbeln aanslingeren; aanzwengelen aandrijven; aansporen; opkrikken; opwekken; prikkelen; stimuleren