Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. absentie:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor absentie (Nederlands) in het Duits

absentie:

absentie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de absentie (verzuim)
    Versäumnis; der Verzug; die Abwesenheit
  2. de absentie (niet aanwezig zijn; afwezigheid)
    die Abwesentheit

Vertaal Matrix voor absentie:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Abwesenheit absentie; verzuim Niet aanwezig; afwezigheid; ontstentenis; verstrooidheid
Abwesentheit absentie; afwezigheid; niet aanwezig zijn
Versäumnis absentie; verzuim nalatigheid; schoolverzuim; verzaking; verzuim; wanprestatie
Verzug absentie; verzuim nalatigheid; verzaking; verzuim

Verwante woorden van "absentie":

  • absenties

Wiktionary: absentie


Cross Translation:
FromToVia
absentie Absenz; Abwesenheit; Nichtvorhandensein absence — Le fait d’être absent.