Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. aftroeven:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aftroeven (Nederlands) in het Duits

aftroeven:

aftroeven werkwoord (troef af, troeft af, troefde af, troefden af, afgetroefd)

  1. aftroeven (overtroeven)
    übertrumpfen; abtrumpfen
    • übertrumpfen werkwoord (übertrumpfe, übertrumpfst, übertrumpft, übertrumpfte, übertrumpftet, übertrumpft)
    • abtrumpfen werkwoord (trumpfe ab, trumpfst ab, trumpft ab, trumpfte ab, trumpftet ab, abgetrumpft)

Conjugations for aftroeven:

o.t.t.
  1. troef af
  2. troeft af
  3. troeft af
  4. troeven af
  5. troeven af
  6. troeven af
o.v.t.
  1. troefde af
  2. troefde af
  3. troefde af
  4. troefden af
  5. troefden af
  6. troefden af
v.t.t.
  1. heb afgetroefd
  2. hebt afgetroefd
  3. heeft afgetroefd
  4. hebben afgetroefd
  5. hebben afgetroefd
  6. hebben afgetroefd
v.v.t.
  1. had afgetroefd
  2. had afgetroefd
  3. had afgetroefd
  4. hadden afgetroefd
  5. hadden afgetroefd
  6. hadden afgetroefd
o.t.t.t.
  1. zal aftroeven
  2. zult aftroeven
  3. zal aftroeven
  4. zullen aftroeven
  5. zullen aftroeven
  6. zullen aftroeven
o.v.t.t.
  1. zou aftroeven
  2. zou aftroeven
  3. zou aftroeven
  4. zouden aftroeven
  5. zouden aftroeven
  6. zouden aftroeven
diversen
  1. troef af!
  2. troeft af!
  3. afgetroefd
  4. aftroevende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

aftroeven [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. aftroeven (overtroeven)
    Abtrumpfen

Vertaal Matrix voor aftroeven:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Abtrumpfen aftroeven; overtroeven
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abtrumpfen aftroeven; overtroeven
übertrumpfen aftroeven; overtroeven