Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Duits ->Vertaal afzetsel

Vertaal afzetsel van Nederlands naar Duits

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

afzetsel:
- Überbleibsel; Ablagerung; Bodensatz; Restbestand; Rest; Niederschlag

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor afzetsel (Nederlands) in het Duits

afzetsel:

afzetsel [znw.] zelfstandig naamwoord

afzetsel (bezinksel; residu; sediment; depot; droesem; zetsel; grondsop)
Überbleibsel; die Ablagerung; der Bodensatz; der Restbestand; der Rest; der Niederschlag
- Überbleibsel [das ~] zelfstandig naamwoord
- Ablagerung [die ~] zelfstandig naamwoord
- Bodensatz [der ~] zelfstandig naamwoord
- Restbestand [der ~] zelfstandig naamwoord
- Rest [der ~] zelfstandig naamwoord
- Niederschlag [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor afzetsel:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Ablagerung	afzetsel; bezinksel; depot; droesem; grondsop; residu; sediment; zetsel	bezinksel; dik; drab; droesem; grondsop; moer; zetsel
Bodensatz	afzetsel; bezinksel; depot; droesem; grondsop; residu; sediment; zetsel	bezinksel; dik; drab; droesem; grondsop; moer; zetsel
Niederschlag	afzetsel; bezinksel; depot; droesem; grondsop; residu; sediment; zetsel	bezinksel; dik; drab; droesem; grondsop; moer; zetsel
Rest	afzetsel; bezinksel; depot; droesem; grondsop; residu; sediment; zetsel	agio; bon; coupon; exces; hachee; het overgeblevene; laatste rest; lap; overblijfsel; overschot; prak; residu; rest; restant; staartje; stuk stof; surplus; teveel
Restbestand	afzetsel; bezinksel; depot; droesem; grondsop; residu; sediment; zetsel	agio; bon; coupon; exces; het overgeblevene; laatste rest; lap; overblijfsel; overschot; rest; restant; stuk stof; surplus; teveel
Überbleibsel	afzetsel; bezinksel; depot; droesem; grondsop; residu; sediment; zetsel	bon; coupon; het overgeblevene; laatste rest; overblijfsel; overschot; rest; restant; staartje