Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. antenne:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor antenne (Nederlands) in het Duits

antenne:

antenne [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de antenne (voelspriet; spriet; voelhoren)
    der Fühler; der Tastorgan

Vertaal Matrix voor antenne:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Fühler antenne; spriet; voelhoren; voelspriet gevoelig persoon; tastorgaan; voeler
Tastorgan antenne; spriet; voelhoren; voelspriet tastorgaan

Verwante woorden van "antenne":

  • antennes

Wiktionary: antenne


Cross Translation:
FromToVia
antenne Antenne aerial — device for receiving or transmitting
antenne Antenne antenne — technique|nocat=1 appareil pour recevoir un signal