Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. asociaal:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor asociaal (Nederlands) in het Duits

asociaal:

asociaal bijvoeglijk naamwoord

  1. asociaal (onmaatschappelijk)
    asozial; ungeordnet; ungeregelt; durcheinander; chaotisch; unordentlich

Vertaal Matrix voor asociaal:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
asozial asociaal; onmaatschappelijk
chaotisch asociaal; onmaatschappelijk bandeloos; chaotisch; ongeordend; ongeorganiseerd; ongeregeld; ongesystematiseerd; onordelijk; ordeloos; rommelig; slordig; verwilderd; wanordelijk
durcheinander asociaal; onmaatschappelijk chaotisch; diffuus; door elkaar; door elkaar heen; dooreen; doorelkaar; geestelijk verward; in de war; ondersteboven; ongeregeld; onordelijk; ordeloos; overhoop; rommelig; slordig; vaag waarneembaar; verward; wanordelijk; warrig
ungeordnet asociaal; onmaatschappelijk chaotisch; ongeordend; ongeorganiseerd; ongeregeld; ongesystematiseerd; onordelijk; ordeloos; rommelig; slordig; wanordelijk
ungeregelt asociaal; onmaatschappelijk chaotisch; ongeregeld; onordelijk; ordeloos; rommelig; slordig; wanordelijk
unordentlich asociaal; onmaatschappelijk bandeloos; chaotisch; door elkaar; dooreen; flodderig; haveloos; morsig; ongeordend; ongeorganiseerd; ongeregeld; ongesystematiseerd; onopgeruimd; onordelijk; ordeloos; ranzig; rommelig; slobberig; slodderig; slonzig; slordig; verwilderd; viezig; voddig; vunzig; wanordelijk

Verwante woorden van "asociaal":

  • asociale

Antoniemen van "asociaal":


Verwante definities voor "asociaal":

  1. als je geen rekening houdt met anderen1
    • het is asociaal om geen rekening te houden met je buren1

Wiktionary: asociaal

asociaal
adjective
  1. zonder sociaal besef
asociaal
adjective
  1. nicht fähig oder nicht willig, in einer Gemeinschaft zu leben und einer solchen Gutes zu tun