Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. baal:
  2. balen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor baal (Nederlands) in het Duits

baal:

baal [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de baal (pak)
    Paket; Bund; Bündel
    • Paket [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Bund [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Bündel [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor baal:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Bund baal; pak akkoord; associatie; band; binding; boekdeel; bond; bondgenootschap; bosje; broederschap; bundel; coalitie; coöperatie; deel; federatie; genootschap; herenkostuum; liga; moot; pact; pak; plak; samenwerkingsverband; schoof; sociëteit; tranche; unie; verbond; verdrag; vereniging; volume
Bündel baal; pak bos; bosje; bosjes; bundel; bundels; herenkostuum; moot; pak; plak; schoof; schoven; tranche
Paket baal; pak bundel; herenkostuum; moot; pak; pakje; pakket; plak; postpakket; tranche
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Bündel bundel

Verwante woorden van "baal":

  • balen, baaltje, baaltjes

Wiktionary: baal

baal
noun
  1. lose Ware, die zum Transport zusammengebunden wurde, meist mit einem bestimmten Gewicht oder Volumen

baal vorm van balen:

balen werkwoord (baal, baalt, baalde, baalden, gebaald)

  1. balen

Conjugations for balen:

o.t.t.
  1. baal
  2. baalt
  3. baalt
  4. balen
  5. balen
  6. balen
o.v.t.
  1. baalde
  2. baalde
  3. baalde
  4. baalden
  5. baalden
  6. baalden
v.t.t.
  1. heb gebaald
  2. hebt gebaald
  3. heeft gebaald
  4. hebben gebaald
  5. hebben gebaald
  6. hebben gebaald
v.v.t.
  1. had gebaald
  2. had gebaald
  3. had gebaald
  4. hadden gebaald
  5. hadden gebaald
  6. hadden gebaald
o.t.t.t.
  1. zal balen
  2. zult balen
  3. zal balen
  4. zullen balen
  5. zullen balen
  6. zullen balen
o.v.t.t.
  1. zou balen
  2. zou balen
  3. zou balen
  4. zouden balen
  5. zouden balen
  6. zouden balen
diversen
  1. baal!
  2. baalt!
  3. gebaald
  4. balende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor balen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
etwas satt haben balen er doodziek van worden; het kotsbeu zijn; het spuugzat zijn

Verwante woorden van "balen":