Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. benaming:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor benaming (Nederlands) in het Duits

benaming:

benaming [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de benaming (aanduiding; benoeming)
    die Ernennung; die Aufstellung

Vertaal Matrix voor benaming:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Aufstellung aanduiding; benaming; benoeming arrangement; bewering; indeling; kader; lijst; lijst van gegevens; omranding; opbouw; opgaaf; opgave; opstelling; ordening; organisatie; overzicht; plaatsing van artikel; rand; rangschikking; samenstelling; schikking; specificatie; staat; staatje; stelling; structuur; systeem; tabel; tafel
Ernennung aanduiding; benaming; benoeming aanstelling; benoeming; installatie; nominatie; personeelsbenoeming; voordracht

Verwante woorden van "benaming":

  • benamingen

Wiktionary: benaming


Cross Translation:
FromToVia
benaming Benennung designation — distinguishing mark or name
benaming Name nom — linguistique|fr mot permettant de nommer un être ou une chose. Un nom peut être un nom commun ou un nom propre.