Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. benoembaar:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor benoembaar (Nederlands) in het Duits

benoembaar:

benoembaar bijvoeglijk naamwoord

  1. benoembaar (verkiesbaar)
    ernennbar

Vertaal Matrix voor benoembaar:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ernennbar benoembaar; verkiesbaar

Verwante woorden van "benoembaar":

  • benoembaarheid, benoembare

Wiktionary: benoembaar


Cross Translation:
FromToVia
benoembaar akzeptabel; annehmbar; zulässig admissible — Qui pouvoir être admettre.