Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor berechten (Nederlands) in het Duits

berechten:

berechten werkwoord (berecht, berechtte, berechtten, berecht)

  1. berechten (vervolgen)
    verurteilen; verfolgen; das Urteil sprechen
    • verurteilen werkwoord (verurteile, verurteilst, verurteilt, verurteilte, verurteiltet, verurteilt)
    • verfolgen werkwoord (verfolge, verfolgst, verfolgt, verfolgte, verfolgtet, verfolgt)
    • das Urteil sprechen werkwoord (spreche das Urteil, sprichst das Urteil, spricht das Urteil, sprach das Urteil, spracht das Urteil, das Urteil gesprochen)

Conjugations for berechten:

o.t.t.
  1. berecht
  2. berecht
  3. berecht
  4. berechten
  5. berechten
  6. berechten
o.v.t.
  1. berechtte
  2. berechtte
  3. berechtte
  4. berechtten
  5. berechtten
  6. berechtten
v.t.t.
  1. heb berecht
  2. hebt berecht
  3. heeft berecht
  4. hebben berecht
  5. hebben berecht
  6. hebben berecht
v.v.t.
  1. had berecht
  2. had berecht
  3. had berecht
  4. hadden berecht
  5. hadden berecht
  6. hadden berecht
o.t.t.t.
  1. zal berechten
  2. zult berechten
  3. zal berechten
  4. zullen berechten
  5. zullen berechten
  6. zullen berechten
o.v.t.t.
  1. zou berechten
  2. zou berechten
  3. zou berechten
  4. zouden berechten
  5. zouden berechten
  6. zouden berechten
diversen
  1. berecht!
  2. berecht!
  3. berecht
  4. brechtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

berechten [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. berechten
    die Aburteilung; Aburteilen; die Urteilssprüche

Vertaal Matrix voor berechten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Aburteilen berechten
Aburteilung berechten berechting; vonnisspreking
Urteilssprüche berechten oordeelvellingen; vonnissen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
das Urteil sprechen berechten; vervolgen verdoemen; veroordelen; veroordelen tot de hel; vonnissen
verfolgen berechten; vervolgen aanhouden; achternazitten; achtervolgen; continueren; doorgaan; een stapje verder gaan; gerechtelijk vervolgen; nazitten; prolongeren; traceren; verdergaan; vervolgen; volgen; voortgaan; voortzetten
verurteilen berechten; vervolgen afkeuren; verdoemen; veroordelen; veroordelen tot de hel; vonnis uitspreken; vonnissen

Wiktionary: berechten


Cross Translation:
FromToVia
berechten Prozess; Gericht try — to put on trial
berechten richten; urteilen; beurteilen juger — juri|fr décider une affaire, un différend en qualité de juge.